Column: Tijd voor transitie

Een paar jaar geleden leerde ik Mark van Baal kennen. Een aimabele, integere en strijdvaardige man met zijn Follow This-beweging. Als activistisch aandeelhouder van Shell en andere oliemaatschappijen wil hij hen bewegen om te stoppen met de productie van fossiele brandstoffen. Een moedig persoon die tot transitie aanzet om de wereld te redden.

Jaar in jaar uit boekte Van Baal gestage vooruitgang, ook al voelde het soms als een eindeloze strijd; sommigen zagen hem als een moderne Don Quichot. Want grote institutionele beleggers leken niet in voor verandering. Maar plots was daar de mededeling van pensioenfonds ABP dat zij niet meer gaan beleggen in fossiele bedrijven. En zo komen zaken ineens in een stroomversnelling en wint de groene gedachte terrein.

Het laat zien dat je soms een lange adem nodig hebt om verandering mee te mogen maken. En niet alleen een lange adem, maar ook visie, daadkracht en een tomeloze inzet om zelf bij te dragen aan een betere wereld; om datgene, wat goed voelt, na te blijven streven. Dat geldt ook voor leiders van bedrijven die steeds vaker inzien dat ze hun steentje moeten bijdragen om de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen niet te grabbel te gooien.

Feiten

Transitie lijkt het kernwoord van dit decennium te worden. En niet alleen op het gebied van klimaat en milieu. Ook in de gezondheidszorg is er het nodige aan de hand. We zijn door het coronavirus met onze neus op de feiten gedrukt. Bijvoorbeeld op het feit dat onze gezondheidszorg van vitaal belang is en niet de nodige aandacht heeft gehad, op het feit dat zorgmedewerkers behoorlijk beloond moeten worden en op het feit dat we moeten leren omgaan met ethische kwesties, met keuzes van leven of dood. Het heeft mensen aan het denken gezet, deskundigen en niet-deskundigen.

Dat de diverse meningen daarbij stelliger worden en standpunten verharden, kunnen we dagelijks in de media zien en horen. Voor de argeloze toeschouwer is het soms niet meer te volgen. ‘Wie heeft er gelijk?’ is een vraag die veel mensen hardop of fluisterend aan zichzelf stellen. Misschien is het complexe maar eerlijke antwoord wel: er is niet één gelijk. In dat geval is het aan iedereen om zelf een verantwoorde keuze te maken op basis van feiten, liefst wetenschappelijke feiten.

Vertrouwen

Dat geldt ook voor hoe u zich laat behandelen als u lichamelijke of geestelijke klachten krijgt. Ik zag laatst een filmpje uit China, waarbij een therapeut liet zien hoe hij ‘acupunctuur’ uitvoerde met behulp van bijen. In plaats van naalden gebruikte hij bijen om zijn patiënten op de juiste plekken te laten steken. Dat zag er allesbehalve aangenaam uit, maar er zijn mensen die erbij zweren en na de behandeling lachend naar buiten wandelen.

We vertrouwen op medisch deskundigen want zij hebben er per slot van rekening voor gestudeerd om mensen beter te maken. Datzelfde vertrouwen willen we ook kunnen hebben in onze bestuurders van bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Om met die laatste te beginnen: het vertrouwen in de bestuurders van dit land is niet om over naar huis te schrijven. Na een recordlange formatieperiode komt er een kabinet dat een nieuwe bestuursstijl moet ontwikkelen. Gelooft u het zelf? Ik zou eerder pleiten voor een oude bestuursstijl, die uitgaat van ‘oude’ normen en waarden, zoals eerlijkheid, betrouwbaarheid en daadkracht. Die zijn bij veel politici zo hoog in het vaandel gehesen, dat ze uit het zicht zijn geraakt. Maatschappelijke organisaties en instellingen die er zijn om burgers te helpen, hebben dat waardenbesef iets meer op het netvlies, maar ook hier geldt dat macht corrumpeert en dat de verleiding om de focus te verliezen soms groot is. Onze hoop is steeds meer gericht op bedrijven, vooral het type dat als een ‘force for good’ in het leven staat. Op medisch gebied zijn er ontwikkelingen gaande die veel hoop bieden, variërend van technologie om blinden weer te laten zien tot sensorhorloges die Parkinsonsymptomen registreren waardoor betere behandeling mogelijk wordt. Dat zijn bedrijven en ondernemers die ‘iets beter maken’ bijna letterlijk in hun DNA hebben zitten.

Acupunctuur als ambacht

Te midden van al die innovaties moet er wel voldoende aandacht zijn voor wat ik zou willen noemen: de ambachtslieden. Mensen die hun vak verstaan en dat met passie en deskundigheid uitoefenen. Acupuncturisten behoren tot deze groep. Er mag meer respect worden getoond voor deze mensen die anderen proberen te helpen met een betere gezondheid. Net zoals er grote transities nodig zijn in onze maatschappij, is het ook tijd voor ‘kleine’ transities, zoals volledige erkenning van acupunctuur. Bijvoorbeeld door opname in het basispakket van de zorgverzekering.

De combinatie van westerse en oosterse geneeskunst is nog steeds geen omarmde aanpak voor ambtenaren die de touwtjes in handen hebben als het gaat om het waken over de gezondheid van ieder van ons. Laten we daar ook mensen op posities zetten die aimabel, integer en strijdvaardig zijn. Net als Mark van Baal, maar dan niet om ons te verlossen van de aardolie, maar van de boter op het hoofd van politici, van de commerciële smeerolie van gladde jongens in de gezondheidszorg en van het beton waarin sommige starre regelmakers en zorgverzekeraars verankerd lijken te zijn. Allemaal weg ermee en recyclen tot iets nuttigs. Dat lijkt me een mooie, groene gedachte én een eerste stap richting daadwerkelijke transitie.

Brian de Mello