Patiëntenervaring: C. van Driel

Cees van Driel is 66 jaar en woont in Rotterdam met zijn vrouw. Ze hebben samen twee kinderen, een dochter en een zoon. De heer Van Driel is inmiddels met pensioen, maar hij heeft altijd als zelfstandig melkboer gewerkt. Nu doet hij vrijwilligerswerk.

Ik ben geboren in Alblasserdam als jongste van zeven kinderen. Recent is gebleken dat onze ouders ieder een erfelijke ziekte hadden. Mijn moeder had een spierziekte, de ziekte van Landouzy-Dejerine. Ze kon heel moeilijk lopen. Ik herinner me haar eigenlijk voornamelijk zittend. Ze is ook zittend gestorven.
Mijn vader had hoge bloeddruk en is gestorven aan hartfalen. Mijn oudste broer is gestorven toen hij 29 was. Hij had drie kleine kindjes en was aan het klussen in huis toen hij een hartstilstand kreeg. Hij heeft nooit gerookt, maar ik kan me herinneren dat hij vroeger thuis op zondagmiddag altijd op bed ging liggen omdat hij moe was. Hij is ook afgekeurd voor militaire dienst vanwege een ruis in zijn hart.
Een van mijn zussen is ook aan haar hart gestorven toen ze 57 was. Ze was heel sportief; ze deed aan atletiek en trainde veel. Twee jaar geleden is mijn oudste zus aan haar hart geopereerd. Het bleek dat haar mitraalklep – die zit in de linker hartkamer –niet helemaal de juiste vorm had, ze miste een van de drie klepjes. Daardoor sloot die mitraalklep niet goed. Het was een zware operatie, maar ze heeft nu een kunstklep en het gaat uitstekend met haar.
Toen ik dat hoorde van die mitraalklep, heb ik een vergadering belegd met mijn broers en twee zwagers. Ik heb gezegd: ‘Jullie moeten het natuurlijk allemaal zelf beslissen, maar ik ga mijn hart laten onderzoeken.’ Ik ben naar een cardiologisch centrum hier in Rotterdam gegaan en ik ben helemaal onderzocht. Er is ook een CT-scan gemaakt in zo’n groot apparaat en het bleek dat mijn hart prima in orde was. Maar mijn broer die zich ook heeft laten testen, is daarna met spoed aan een grote verstopping in de uitgaande aorta geopereerd.
Bij de volgende generatie waren er vier, twee neven en twee nichtjes van me, bij wie ze ook wat hoorden. Die zijn natuurlijk nog jong, maar ze staan nu wel onder controle.
Lang daarvoor hebben mijn twee zusters, mijn drie broers en ik ons ook op de spierziekte van Landouzy-Dejerine laten testen. Mijn zusters zeiden tegen de onderzoeker dat ze het liever niet wilden weten. Maar laatst zei een van mijn zussen: ‘Ik geloof dat ik het toch wel wil weten.’ Ik zei: ‘Nou dan ga je naar de huisarts. Die onderzoeken zijn nog bekend.’
Voor dit soort dingen moet je naar een reguliere arts gaan, maar voor andere dingen kun je veel beter naar een acupuncturist gaan. Gelukkig staat mijn huisarts best positief tegenover acupunctuur. Als je last van je schouder hebt, geeft een reguliere arts je bijvoorbeeld cortison-injecties. Bij een acupuncturist ben je er vanaf met vier à vijf keer een paar naaldjes zetten.
Eind 2004 kreeg ik last van mijn rechterheup. Dat is natuurlijk ook niet zo gek na al die melkbussen die ik in mijn jeugd gesjouwd heb. In 2005 ben ik geopereerd. Het was een botbesparende operatie, ik kreeg een zogenaamde fietsbelheup. Maar na die operatie kreeg ik toch weer last van mijn heup; de pijn straalde ook uit naar mijn been.
Mijn zoon kreeg toen een relatie met Ruth Doomernik, inmiddels is ze trouwens mijn schoondochter. Zij is klassiek homeopaat en deed ook een opleiding tot acupuncturist aan de TCM Academie in Utrecht. Ruth zei tegen mij: ‘Ze zoeken een proefpersoon om acupunctuur op te demonstreren. Is dat niet wat voor jou?’ Ik wilde wel. Het was geweldig. Dr. Chen prikte me in mijn heup en mijn benen. Nou, dat was een geweldige ervaring voor mij, want na afloop huppelde ik gewoon de trap af. Sindsdien ben ik helemaal verknocht aan de acupunctuur. En mijn vrouw ook. Zij heeft zich laten behandelen voor haar onderrug en nek/bovenrug en heeft nu weinig klachten meer.
We gaan nu naar Caroline de Meijer, hier in Rotterdam. Zij is opgeleid als fysiotherapeut en is daarna acupuncturist geworden. Daarvoor gingen we naar Annerieke Cooiman-Laar, een collega van onze schoondochter, maar die kreeg een kindje en is toen verhuisd. Onze schoondochter is natuurlijk ook acupuncturist, maar die woont helemaal in Den Bosch. En het is ook niet de bedoeling dat je je door familie laat behandelen.
Ik laat me om de vier à vijf weken voor artrose behandelen, als een soort apk-beurt. Dan plaatst Caroline zo’n twintig naalden. Ze prikt overal voor. Vorig jaar ben ik aan een poliep in mijn blaas geopereerd; je herstelt veel beter wanneer er daarna ook op de blaasmeridiaan geprikt wordt.
Ik weet inmiddels zelf precies waar de meridianen zitten. Mensen denken dat die naalden pijn doen, maar dat is helemaal niet zo. Dr. Chen gebruikte extra lange naalden, en die prikte hij bijna tot op het bot. Ook dat deed geen zeer. Ja, je hebt even een schrikmoment als de naald naar binnen gaat, maar dat is alles.
Mijn dochter is aan borstkanker geopereerd en bestraald. Binnenkort gaat ze naar een in kanker gespecialiseerde acupuncturist in Den Haag, daar woont ze, om te helpen bij het herstel.
Je moet er natuurlijk wel voor openstaan, als je er met negatieve gedachten naartoe gaat, is het effect een stuk minder.
Ik moet wel zeggen: als je op donderdag een behandeling hebt gehad, is het op vrijdag alsof er een olifant over je heen is gelopen. Maar ‘s zaterdags voel je je dan perfect.
Acupunctuur kan het lichaam ondersteunen, bijvoorbeeld bij hoge bloeddruk of hoog cholesterol. Ik neem geen statines in om mijn cholesterol te verlagen, want die vreten je spieren op. Dat is wel het laatste wat je wilt als er een spierziekte voorkomt in je familie. Je moet zelf wel dingen doen: niet roken natuurlijk, en kiezen voor de juiste voeding.
Acupunctuur kan de gezondheidszorg zoveel goedkoper maken. Met vijf of zes acupunctuurbehandelingen voorkom je heel veel andere zorgkosten. Ik raad iedereen acupunctuur aan.

Patientenervaring acupunctuur