Maak kennis met de NPVA

Dr. Cor Aakster is sinds 2008 bestuurslid van de NPVA. Het bestuur onderhoudt het contact met leden en met andere partijen. Binnenkort zal dr. Aakster de functie van voorzitter van de Raad van Advies op zich nemen. De Raad van Advies geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur. Wij interviewden dr. Aakster over zijn betrokkenheid bij alternatieve en complementaire geneeswijzen in het algemeen en bij de NPVA in het bijzonder.

Wat is precies uw rol als bestuurslid van de NPVA?

“Ik geef adviezen, vooral op wetenschappelijk en op politiek vlak. Mijn doel is onderzoek naar de werkzaamheid van acupunctuur te bevorderen. Daarnaast steun ik de lobby om acupunctuur in het basispakket van de ziektekostenverzekering te krijgen. Bovendien zet ik mij in voor een positieve houding ten opzichte van alternatieve en complementaire geneeswijzen.”

Bekleedt u ook nog andere bestuursfuncties?

“Ja, ik zit ook in de commissie Onderwijs en Wetenschap van de NVA, de Nederlandse Vereniging voor Acupunctuur. Dat doe ik sinds een jaar of 10. We maken afspraken over de visitatie van opleidingen en nemen beslissingen over de opleidingsregels voor leden van de NVA. Incidenteel houd ik mij ook bezig met andere zaken zoals bijvoorbeeld de vrijstelling van de BTW-plicht voor acupuncturisten. Met goed gevolg in dit geval, want adequaat opgeleide acupuncturisten hoeven mede door de intensieve lobby van de NPVA inderdaad geen BTW meer af te dragen. Daardoor hoeven patiënten ook niet voor deze BTW te betalen, en dat vergroot de toegang tot acupunctuur.”

Waar bent u nog meer bij betrokken?

“Ik ben voorzitter van de Stichting Tijdschrift Integrale Geneeskunde. De stichting geeft in diverse jaarboeken een actueel beeld van wetenschappelijke en andere ontwikkelingen in de complementaire geneeswijzen. Doel is optimalisatie en integratie van reguliere, complementaire en alternatieve vormen van zorg.”

U bent medisch socioloog, wat houdt dat precies in?

“Een medisch socioloog kijkt naar sociale structuren en processen en trekt daaruit conclusies met betrekking tot advies en handelen in de gezondheidszorg. Dat is een hele mondvol maar denk bijvoorbeeld maar eens aan de breed bepaalde opvattingen van ziekte en gezondheid. In verschillende culturen wordt er soms heel verschillend naar ziekte gekeken. Of denk aan coping en sociale steun. Hoe gaan mensen om met hun aandoening en hoe belangrijk is steun uit hun omgeving daarbij?”

Hoe bent u als medisch socioloog terecht gekomen bij de acupunctuur?

“Ik schreef een proefschrift over de invloed van sociaal-culturele factoren op ziekte. In de systeemtheorie die ik daarvoor als uitgangspunt nam, werd de mens gezien als geheel. In de reguliere geneeskunst was en is dat niet het geval. In de acupunctuur wordt de mens zoals u weet wél gezien als een geheel. Zo voor en na zochten er steeds meer mensen uit de hoek van de alternatieve en complementaire geneeswijzen mij op naar aanleiding van mijn proefschrift en zo is het eigenlijk gekomen. Acupunctuur is overigens maar een van mijn interesses. Mijn belangstelling ligt ook erg bij de natuurgeneeswijzen als geheel, ik ben graag breed bezig.”

Waarom zet u zich in voor de NPVA?

“Ik vind dat patiënten een heel belangrijke rol spelen in de gezondheidszorg maar ze zijn zich daar onvoldoende van bewust. Patiënten zijn vaak te passief, ze moeten veel sturender zijn. Er was nog geen patiëntenvereniging, dus toen er een opgericht werd, wilde ik graag bijdragen.”

Wat wilt u met de NPVA bereiken in de toekomst?

“De NPVA moet groeien in omvang, en dat moet makkelijk kunnen met 1000 à 2000 toepassers. Nu al worden er elk jaar honderdduizenden patiënten behandeld. Bovendien moeten complementaire geneeswijzen vergoed worden vanuit het basispakket van de verzekering. Wat mij betreft zou er een verschuiving in denken moeten komen waardoor mensen hun klachten eerst via alternatieve en complementaire geneeswijzen proberen te verhelpen. Er is nog zo veel winst te behalen op het gebied van leefwijze en leefsituatie. De medicalisering vermindert daardoor, wat ook nog eens een behoorlijke besparing oplevert. Ik pleit er voor dat alle therapeuten minimaal een hbo-opleiding hebben afgerond. Ik zou willen werken met een landelijk accreditatiesysteem, dat geeft meer zekerheid voor de patiënt. Het staat natuurlijk buiten kijf dat een behandelaar te allen tijde binnen de grenzen van zijn bekwaamheid moet blijven. Bij de NAAV bijvoorbeeld, zijn alle aangesloten behandelaars arts en bij NVA zijn alle behandelaars fysiotherapeut of arts. Ze zijn dus heel goed in staat om te beoordelen wanneer ze iemand niet kunnen helpen en wanneer ze diegene dus moeten doorsturen naar een reguliere behandelaar.”