Column: Natuurramp
Onlangs was ik voor een sportblessure bij de fysiotherapeut. Een slepend geval van golf/ tennisarmpijn en ik was te laks om er eerder werk van te maken. Voor het eerst in 15 jaar had ik besloten om fysiotherapie te proberen. Bij mijn zoektocht naar een fysiotherapeut kwam ik dichtbij huis terecht bij een alleraardigste jongedame, 28 jaar, blond, sportief en welbespraakt. Nadat ze adequaat de diagnose bevestigde die ik zelf al had geopperd, ging ze aan de slag. “Ik zie dit soort klachten veel bij veertigers,” was haar spontane reactie. “Eigenlijk is het een kwestie van ouderdom, want na je 25ste begint je lichaam af te takelen.”. Daar ging mijn jeugdige, frisse gevoel, dat ik tot aan dat moment zo moeizaam trachtte te koesteren. De paar grijze haren die ik heb, leken opeens in aantal te groeien, wat een ramp. Enfin, ze ging aan de slag met mijn arm en met succes. Na het nodige kneedwerk en een aantal behandelingen met ultrasoon, was de pijn verdwenen en kon ik weer volop aan de slag, vooral letterlijk. Omdat ik altijd benieuwd ben hoe zorgverleners tegenover acupunctuur staan, vroeg ik haar tijdens een van de behandelingen of ze ervaring ermee had. Jazeker, was het antwoord. Als klein meisje had zij zelf een aantal behandelingen ondergaan om pijn in haar been tegen te gaan. Maar bij mij haar werkte het niet echt. Hoezo, vroeg ik belangstellend. “Mijn moeder was ten einde raad en wilde alles proberen om mijn klachten te behandelen, dus ook acupunctuur. Maar na een aantal jaren bleken de artsen geen goede diagnose te hebben gesteld. De pijn werd veroorzaakt door een beschadigde meniscus en toen er een klein stukje bot was verwijderd, was de pijn ook over. Al die jaren daarvoor met uiteenlopende behandelingen waren niet de goede remedie voor de echte klacht geweest.”, vertelde ze. “Oei, dat is spijtig te horen, gelukkig dat je er toch nog vanaf bent gekomen.”, reageerde ik meelevend. En misschien ben je daarom wel fysiotherapeut geworden, dacht ik bij mezelf.
De moraal van het verhaal is natuurlijk: zorg altijd voor een goede diagnose. Maar er is nog een tweede moraal: je kunt pas beoordelen of iets werkt, als je weet waarvoor je het doet. Een klein nuanceverschil, maar een wereld van verschil als het gaat om het waarderen van soorten zorg, om maar iets te noemen.
Het interessante is dat de onduidelijkheid van de kwaal vaker tot het inzetten van een remedie leidt die niet lijkt te werken. Neem nou de economische crisis. Sommigen zien als remedie het bezuinigen op van alles en nog wat, inclusief de zorg. Een misvatting van jewelste, lijkt me. Of neem de bankencrisis. Sommigen zien het snijden in de bonussen van directeuren een oplossing om het graaien tegen te gaan. Mijn gezond verstand zegt dat anti-graaimaatregelen los staan van crises, net zoals een beschaafde morele instelling tijdloos zou moeten zijn. Of wat te denken van een aswolk die het vliegverkeer belemmert. De remedie is niet klakkeloos het vliegen verbieden, maar kijken waar het gevaar zit en dat omzeilen.
Als we het dan toch over aswolken hebben: op de radio hoorde ik een interessante discussie waarbij een onderscheid werd gemaakt tussen datgene wat wij als natuurverschijnselen beschouwen en de cultuurverschijnselen die ontstaan door mensenhanden. Een vulkaanuitbarsting op IJsland is een typisch natuurverschijnsel, de chaos op Schiphol is een cultuurverschijnsel. Acupunctuur is in die zin een bijzonder fenomeen. Het is door mensen bedacht, dus een cultuurverschijnsel, maar de verbintenis met de fysieke complexiteit van lichaam en geest is zo sterk, dat het ook wat weg heeft van een natuurverschijnsel. Deze paradox is voor veel mensen reden om af te haken. Alles wat niet klip en klaar als cultuurverschijnsel kan worden gedefinieerd, is vaag, ondoorgrondelijk en soms zelfs eng. Het ironische is dat de mens vaak zo vervreemd is van zijn eigen natuur, dat hij uit onzekerheid (lees: angst) alles wil vatten onder het kopje “maakbaar & beheersbaar”. Dit cultuurverschijnsel is van alle tijden en aanleiding voor vele misverstanden en conflicten. Kijkt u de geschiedenisboeken er maar op na. Zie hier uw huiswerk voor de volgende keer: als u weer eens in de wachtkamer bij de huisarts, fysiotherapeut of acupuncturist zit, vraagt u zich dan eens af welk cultuurverschijnsel u daar heeft gebracht. Of misschien was het toch een natuurverschijnsel, zoals ouderdom. Ai, ik voel de pijn in mijn arm langzaam terugkomen. Toch maar even bij de acupuncturist langsgaan, liefst eentje die een beetje op leeftijd is.