Column: Leefstijlvolgers

In december 2019 verscheen de bundel Wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde. Een initiatief van TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), bedoeld om politici, beleidsmakers en zorgbestuurders ervan te vertuigen dat leefstijlgeneeskunde meer aandacht zou moeten krijgen in onderzoek en beleid.

De gewenste aandacht kwam er. In diezelfde maand besloot staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) extra te investeren in onderzoek naar leefstijlgeneeskunde. Het budget van subsidieverstrekker ZonMw op dit terrein werd zonder aarzeling verhoogd van 1 miljoen euro naar 5 miljoen euro. Ook zorgverzekeraars laten zich in toenemende mate van hun beste leefstijlkant zien. Hulp bij afvallen door middel van een leefstijlprogramma (GLI, Gecombineerde Leefstijl Interventie) wordt al sinds begin 2019 vergoed vanuit de basisverzekering. Dit jaar vergoedt een aantal zorgverzekeraars leefstijlprogramma’s via de aanvullende verzekering.
Waarom het zo lang duurt voordat erkend wordt dat er een verband bestaat tussen een gezonde leefstijl en gezondheid, mag u gerust verbazingwekkend noemen. Ongezond leven en eerder ziek worden en doodgaan klinkt wat harder, maar is minstens net zo logisch. Althans, gemiddeld gesproken. Mijn 93-jarige tante, die nog steeds als een ketter rookt, vormt de uitzondering op de regel dat roken je leven ernstig verkort. Bijzondere gevallen zijn er altijd, moet u maar denken.

Goede redenen
Er zijn grofweg twee redenen waarom er nu stappen worden gezet om het fenomeen leefstijl serieus te nemen. Allereerst is er de volharding van een aantal mensen met enige autoriteit. In het geval van de bundel over leefstijlgeneeskunde, zijn dat twintig artsen en onderzoekers die de krachten – ook letterlijk – bundelden. De drempel van het argument ‘een gebrek aan wetenschappelijk bewijs’ werd door deze voortrekkers subtiel uit het zicht gepoetst. Er is immers – naast het gezonde boerenverstand – een aardige hoeveelheid onderzoek van niveau dat aantoont dat aanpassing van de leefstijl  invloed heeft op de gesteldheid van de mens. Diverse studies beschrijven bijvoorbeeld hoe diabetespatiënten erin slagen om van hun medicatie af te komen, zodra ze hun voedingspatroon drastisch veranderen.
De tweede reden waarom het besef begint door te dringen dat leefstijlgeneeskunde recht van spreken heeft, is simpelweg een centenkwestie. De nationale zorgkosten stijgen enorm als gevolg van een hausse in chronische ziektes. Met een totaal aan zorguitgaven van bijna 90 miljard euro, lijkt het een kwestie van tijd voordat het kaartenhuis instort.
Tenzij er iets gebeurt, en dat ‘iets’ zou zomaar leefstijlgeneeskunde kunnen zijn. Voorkomen is beter dan genezen, weten we sinds mensenheugenis.
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, is een ander toepasselijk spreekwoord. En deze mag ook niet ontbreken: voor niets gaat de zon op.
En nu de acupunctuur nog.

Als voorstander van acupunctuur kan ik verbaasd kijken naar het uitblijven van acties van deskundigen om acupunctuur op een overweldigende manier in de kijker te spelen.
Natuurlijk, we hebben uitgebreid en met succes actie gevoerd tegen de heffing van BTW op acupunctuur.
Maar anno 2020 wordt het tijd om het voorbeeld van de twintig eerdergenoemde experts te volgen en de krachten te bundelen. Leefstijlvolgers, waarom niet? Als we de twee redenen beetpakken die voor leefstijlgeneeskunde hebben gewerkt, is het voor de acupunctuur een kleine moeite om dezelfde aanpak te hanteren.

Allereerst, wederom: volharding van mensen met autoriteit lijkt me geen probleem. Er zijn professionele verenigingen van beroepsbeoefenaren waarin acupuncturisten zich hebben gegroepeerd. De onderlinge samenwerking is de afgelopen jaren voorzichtig toegenomen, getuige de koepel waarin wordt samengewerkt om klachten te behandelen. Binnen en verbonden aan deze beroepsverenigingen bevinden zich ook nog mensen van enige statuur, die een voortrekkersrol willen en kunnen spelen. Of dat er twintig zijn? Het zou me verbazen als dat niet het geval is.
Dan nog het tweede argument: kan acupunctuur de zorgkosten omlaag brengen? Gelet op de preventieve werking van de Oosterse geneeskunde is het antwoord daarop eenvoudig te geven. Afgezien van het voorkomen van onnodig leed, is hier een flinke financiële winst te behalen.
Een bekend voorbeeld is het Engelse St Albans City Hospital. Daar kregen patiënten met knieartrose in groepsverband een volledig vergoede acupunctuurbehandeling aangeboden.
Naast minder pijn en stijfheid voor een groot aantal deelnemers was er voor deze patiënten nu de mogelijkheid een operatie enkele jaren uit te stellen of er zelfs helemaal van af te zien. Men hoefde in ieder geval geen overhaaste beslissing te nemen. De National Health Service die dit project bekostigde schat de kostenbesparing als gevolg van het aanvullend aanbieden van acupunctuur op 100.000 pond (tegen de huidige koers ca. 117.000 euro) per jaar.
En dat is het resultaat van slechts één kliniek, in één regio.
Ook in Nederland zijn zulke voorbeelden te vinden. Het is kennelijk tijd om die te verzamelen, dus stuurt u ze maar naar ons toe, dan maken we daar een leerzame bundel van, samen met het wetenschappelijk bewijs.
En als we dan toch de boel aan het organiseren zijn: kent u of bent u één van de twintig deskundigen, die een voortrekkersrol gaan spelen om acupunctuur in de spotlights te zetten en Paul Blokhuis te overtuigen, laat het ons maar weten. Wij van de NPVA kennen er toevallig zelf ook nog wel een paar met een gezonde acupunctuurleefstijl en een mening.

Brian de Mello
bureau@npva.nl