Column: Benauwend
Dankzij een vooruitstrevende gymnastieklerares op de middelbare school, maakte ik op mijn 17e kennis met de squashsport. Tot op de dag van vandaag sla ik wekelijks met veel plezier een balletje. Voor buitenstaanders is het misschien een raar spelletje: twee volwassen kerels die in een afgesloten hok een klein zwart balletje tegen een muur staan te rammen. Het gaat te ver om hier uit te weiden over de technische vaardigheid en het tactische inzicht die nodig zijn voor een goede squashpartij, maar gelooft u mij dat het een mooie manier is om sportief bezig te zijn. En als je de mogelijke blessures even wegdenkt is het nog gezond ook.
Egyptisch squash
Het is alweer een aantal jaren geleden, maar één van de meest bijzondere squashpotjes die ik heb gespeeld, was op vakantie in Egypte. Ons hotelcomplex in Hurghada, aan de Rode Zee bleek te beschikken over 2 squashbanen. Dan moet u niet denken aan luxe banen met airco en een gezellige sportbar, maar meer aan een grote witte bunker waar iemand de moeite had genomen om een paar rode lijnen op de muren te verven en een bordje ‘squash courts’ op de buitendeur te hangen. In een sportieve bui daagde ik de lokale squashleraar uit voor een wedstrijdje op klaarlichte dag. Dat bleek gekkenwerk. Ik won weliswaar, maar dat kwam vooral omdat de squashleraar tevens badmeester annex manusje van alles bleek te zijn. De omstandigheden maakten het zwaar; de temperatuur op de gesloten squashbaan bleek de 50 graden te overstijgen. Twee kleine muurventilatoren bodem amper soelaas en na een kwartier was ik niet meer vooruit te branden.
Bejaarden schijnen beter te kunnen lopen dankzij acupunctuur en hoewel ik nog lang niet aan m’n pensioen denk, was een prik op het juiste acupunctuurpunt mij op dat moment goed van pas gekomen. Happend naar lucht en druipend van het zweet sjokte ik na een half uurtje naar buiten; een bevrijdend gevoel, weg van die benauwende deken van hitte.
Dat bijzondere squashpartijtje vond in het begin van de jaren ’90 plaats. Het was sowieso een memorabele vakantie. Ik herinner mij een gesprek met de eigenaar van een toeristische tassenwinkel over de politieke toestand in het Egypte. Hij vertelde openhartig dat Egypte een mooi land was, maar dat het systeem niet deugde. Ik bofte maar dat ik in een land leefde waar sprake was van echte democratie. Hij leerde mij terloops een paar handige zinnetjes in het Arabisch. “Ik ben geen Egyptenaar” en “Ik spreek geen Arabisch”. Met mijn Portugees-Indische uiterlijk waren dat praktische teksten om verwarring te voorkomen bij de Egyptenaren, die mij al snel voor één van hen aanzagen.
revolutionair
Bij het zien van de beelden van de revoluties in Egypte, Libië, Tunesië en andere Afrikaanse/ Arabische landen, stokt mijn adem af en toe in de keel. De moed waarmee het volk de straat op durft te gaan, is bewonderenswaardig en de strijd die ze leveren is dat ook. Een oneerlijke strijd, zo kunnen wij in het veilige Europa constateren. Zoals een bekende Egyptisch-Nederlandse schrijver het beschreef: “het is een strijd van mannen op kamelen tegen Facebook”. De jonge generatie pikt het niet langer dat ze niet in vrijheid kan leven. Nieuwe media dragen bij aan het organiserende vermogen van de bevolking en dat versnelt de opstand en de verandering. Mensen willen hun leiders kiezen en ze beoordelen op hun prestaties.
Wat een contrast met onze verkiezingen voor de Provinciale Staten, waar net iets meer dan de helft van de stemgerechtigden de moeite neemt om naar het stemlokaal te komen. Ik hoop van harte dat er in Egypte ooit een dag komt dat ook daar slechts 56% van de kiezers zijn stem uitbrengt. Dat zou een teken van tevredenheid kunnen zijn met de situatie zoals die is. De moraal: de vrijheid om te kunnen kiezen is misschien wel belangrijker dan de keuze zelf. Wij maken ons hier druk om onze hypotheekrente, een boer die een vrouw zoekt en het dichtvriezen van open water. Onze keuzes komen vaak voort uit luxe: hoeveel bijtelling ga ik voor mijn zakenauto betalen, welke verzekeraar heeft de beste dekking en welke medische behandeling werkt voor mijn situatie? Luxe of niet, die keuzevrijheid is ons heilig. Dus kiezen voor bijvoorbeeld acupunctuur of andere complementaire zorg zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn en zou niet belemmerd moeten worden door financiële of politieke drempels. Hoe anders is de werkelijkheid. Met steun van de farmaceutische lobby hebben Europese ambtenaren het plan opgevat om die keuzevrijheid ernstig te gaan beperken. Dat betekent onder meer dat voedingsupplementen voortaan als geneesmiddelen worden behandeld of uit de handel worden genomen. Minder beschikbaarheid van aanvullende therapeutische voedingsmiddelen en hogere kosten voor patiënten zijn hiervan het gevolg. Je zou van kwaadheid over deze betutteling haast een kameel huren en ten strijde trekken richting Brussel. Met z’n allen de Grote Markt bezetten! Maar oké, het ondertekenen van de petitie op www.npva.nl tegen deze stupide wetgeving volstaat voor nu.
Hoe zou het gaan met die aardige tasjeswinkelier en die zogenaamde squashleraar uit Hurghada? Zij moeten inmiddels tegen de vijftig zijn, wellicht getrouwd, kindertjes. Misschien is de winkelier wel naar Cairo getrokken om na al die jaren zijn droom van echte democratie in vervulling te zien gaan. En misschien stond die squashgigant wel op het Tahrirplein te zwaaien met een oud en roestig racket, om zijn protest kracht bij te zetten (gelukkig is hij eraan gewend dat het er heet aan toe kan gaan). Net zoals JFK zichzelf ooit een ‘Berliner’ noemde, zo voel ik mij verbonden met de protesterende menigte. We weten weliswaar allemaal hoe lang het duurde voordat ‘die Mauer’ viel, maar hij viel wel. Daarom zeg ik het één keer, uit de grond van mijn hart: ofwel “Ik ben een Egyptenaar”. Met dank aan de taalles van de tasjeswinkelier.
