Acupuncturist in beeld: Harm Elsinga

Harm Elsinga begon zijn werkzame leven bij een bank in hartje Amsterdam, met de bedoeling om accountant  te worden. Maar dat liep anders. Het tellen van andermans geld kon hem niet boeien en het duurde niet lang voordat hij letterlijk overstak naar de andere kant van de straat om zich daar bij de Hogeschool van Amsterdam aan te melden voor de fysiotherapieopleiding. Een bijzondere start van de carrière van een acupuncturist, die nu aan het roer staat van de grootste beroepsvereniging van acupuncturisten in Nederland, de NVA.

Ten tijde van zijn afstuderen was er niet veel emplooi voor fysiotherapeuten. “De helft van mijn eindexamenklas switchte ik - bij gebrek aan werk – naar de IT. Ik had het geluk dat ik vanuit mijn stage direct aan de slag kon bij een praktijk in de Amsterdamse Bijlmermeer. Daar zag ik in mijn eerste jaar de goede resultaten van een acupuncturist die daar ook werkzaam was en ik was daar verbaasd over.” Dat bracht hem ertoe zich in acupunctuur te verdiepen. Zijn acupunctuuropleiding kreeg hij in Nederland en in China. In 1989 vertrok hij naar China voor een wereldcongres en daar kwam hij in contact met mensen van de NVA (Nederlandse Vereniging voor Acupunctuur). Rond de eeuwwisseling werd hij NVA-voorzitter. Dat bleef hij maar liefst 14 jaar en na een pauze van 2 jaar is hij weer (ad interim) terug in die rol. “Door die studiereis naar China ben ik in de beroepsvereniging gerold, vanuit mijn enthousiasme voor acupunctuur. Besturen vind ik ook leuk, maar het bezig zijn met acupunctuur en mensen helpen, dat is mijn grootste drijfveer. Er valt hier nog genoeg werk te verrichten. Met veel buitenlanden vergeleken is het gebruik van acupunctuur in Nederland nog beperkt. In landen als Zwitserland, Duitsland, Canada en in Scandinavische landen doet men veel meer op dit gebied. Dit zijn toch hele ‘nuchtere’ landen net als wij hier in Nederland, maar misschien zijn wij net iets Calvinistischer. Met de toenemende mondigheid van patiënten zien we wel een verschuiving ontstaan richting meer acupunctuur. De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie van de VN) stimuleert de integratie van traditionele Chinese geneeskunde (TCM), maar in Nederland lijkt men - met name in de politiek – zich daar weinig van aan te trekken. Misschien dat de verkiezingen volgend jaar tot een verandering hierin kunnen leiden. Het zou tijd worden.”
Hij is momenteel 2 dagen in de week actief als fysiotherapeut, nog steeds in de Bijlmermeer, al 27 jaar, en de rest van de week houdt hij zich bezig met TCM en acupunctuur in het bijzonder. Dat doet hij samen met zijn vrouw, Shan Su, die ook acupuncturist is, vanuit een praktijk in het centrum van Hilversum: China Clinic. Patiënten vinden hun praktijk voornamelijk via-via, door mond-tot-mond reclame. Slechts 15% komt op verwijzing van een arts bij hen terecht. “In het algemeen blijkt volgens onderzoek dat 50-80% van de acupunctuurpatiënten niet aan hun huisarts durft te vertellen dat ze naar de acupuncturist gaan. Bang om uitgelachen te worden of uit vrees om een boze of niet serieuze reactie van hun dokter te krijgen. Het niet informeren van de huisarts kan tot verkeerde conclusies leiden. Misschien valt het met deze patiënt wel mee, kan de dokter in kwestie denken, niet wetende dat er dankzij acupunctuur vooruitgang is geboekt. Het goede nieuws is dat er meer mensen de weg weten te vinden naar alternatieve zorg. Soms als vervanging voor fysiotherapie als het budget daarvoor vanuit de ziektekostenverzekering op is. Of omdat de fysiotherapeut de patiënt steeds minder met zijn handen behandelt (bijv. door massage) en men toch de fysieke behoefte heeft aan dit contact. Dan komen mensen eerder bij de acupuncturist terecht, of beter gezegd, bij de TCM.”
Elsinga vertelt over zijn praktijk in Hilversum: Een op de vier patiënten hier slaapt slecht. Dat is opvallend. Misschien heeft dat te maken met de aanwezigheid van het Mediapark en allerlei mensen die daar op de een of andere manier aan verbonden zijn. Dan heb ik het over een dirigent, een journalist, een boekhouder, een IT-er, maar ook over Bekende Nederlanders die vol stress zitten of met burn-out kampen, en de daaruit voortvloeiende klachten zoals nek- en schouderklachten, hoofdpijn en de eerder genoemde slapeloosheid. Het komt voor dat we worden gebeld door een grote mediapartij die een afspraak wil maken voor een BN’er, maar dan wel na sluitingstijd. Zowel mijn vrouw als ik zijn niet zo bekend met wie-wie is in medialand, dus wij behandelen mensen gewoon zoals ze zijn. Wij respecteren de privacy en doen niet nerveus als iemand die kennelijk bekend is van de TV bij ons langskomt. Dat vinden BN’ers waarschijnlijk wel prettig.”
Er gebeurt meer in de praktijk van Elsinga: “Wij helpen stellen met een kinderwens. Als het niet lukt om kinderen te krijgen, komen ze vaak op verwijzing van een ziekenhuis bij ons terecht. Deze groep groeit, aangezien 1 op de 7 vrouwen problemen heeft met zwanger worden. Dit getal zal stijgen naar 1 op 6 in de nabije toekomst. IVF-pogingen hebben met acupunctuurbegeleiding aanmerkelijk meer kans van slagen. Daarnaast hebben we de categorie dames met typische vrouwenkwalen. Die wordt voornamelijk door mijn vrouw behandeld. Pijnbestrijding doen we ook veelvuldig. Bijvoorbeeld om de bijwerkingen van chemotherapie te minderen, of pijn bij artrose. In mijn praktijk in de Bijlmermeer heb ik veel te maken met mensen die worden behandeld voor diabetes. Hindoestaanse mensen hebben relatief meer last van diabetes. Door therapie, advies en acupunctuur proberen we mensen te helpen die klachten hebben door suikerziekte. Het contrast tussen de praktijk in de Bijlmer en de praktijk in Het Gooi is bijzonder. Hier in Hilversum behandelen we vaker mensen die te maken hebben met hart- en vaatziekten, of bepaalde hartritmestoornissen. Denk bijvoorbeeld aan het helpen van mensen die willen stoppen met roken. Ik hielp laatst een man met last van hart- en vaatziekte, die 3 pakjes per dag verstookte. Zijn vrouw drong erop aan dat we dat terugbrachten naar 1 pakje per dag, niet naar nul. Want dan zou het wel eens kunnen doorslaan naar andere ongewenste effecten, dacht zij. Hij zit nu na 5 behandelingen op 1 pakje per dag en wie weet dat we alsnog naar de 0 gaan – als iedereen het aandurft.”
Op de vraag wat er zou moeten veranderen in de zorg om de acupunctuur te bevorderen, antwoordt Elsinga: “zorgverzekeraars hebben over het algemeen best een redelijke vergoedingenbasis voor acupunctuur in het pakket. Het aandachtspunt zit vooral bij de huisartsen. Deze zouden in hun opleiding en in de nascholing meer mogen horen over acupunctuur en alternatieve zorg. Zij zijn de poortwachters van de zorg en wat mij betreft mogen ze de poort wat verder openzetten om alle opties voor hun patiënten te overzien en hun patiënten goed te informeren over de mogelijkheden die er zijn. Het meedenken met de patiënt kan beter; de drempels om te praten over acupunctuur moeten echt weg!

harm elsinga