Acupuncturist aan het woord: Frank Kamer

Frank Kamer is acupuncturist en fysiotherapeut. Hij heeft twee acupunctuurpraktijken; een in Emmeloord (provincie Flevoland) en een in Blokzijl (provincie Overijssel). Frank Kamer is lid van de NVA.

Hoe bent u in contact gekomen met acupunctuur?

Dat is al een tijd geleden. Begin jaren tachtig kreeg ik tijdens mijn opleiding fysiotherapie les in ‘onderzoek en behandelen’ van Joost Zalm. Hij vertelde tijdens zijn lessen soms iets over acupunctuur, waar de hele klas over het algemeen wat sceptisch tegenaan keek. Hij werkte in de avonden als acupuncturist in Amsterdam, en ik ben wel eens bij hem in de praktijk wezen kijken.

Toen ik begon als fysiotherapeut, werd er nog veel gemasseerd. Dat is nu veel minder het geval. Ik kreeg op een gegeven moment zelfs stagiaires in hun laatste jaar die nog nooit gemasseerd hadden, maar nu zie ik het weer langzaam terugkomen. Ik was in die tijd een patiënt aan het masseren voor een tenniselleboog, toen ik de dikkedarm-meridiaan herkende. Ik had al wat kennis over de meridianen middels het lezen van een boek over acupunctuur. Toen ik langs die meridiaan masseerde, zei de patient; ja daar doet het ook zeer. Ik kon de pijn helemaal volgen tot een plek tussen de schouderbladen, wat precies de lijn van die meridiaan was. Dat was heel leuk, het met je handen herkennen wat eerst alleen maar een plaatje in een boek was. Er is een zekere verwantschap tussen de meridianen in de acupunctuur en de neuroanatomie van segmentale relaties die bij fysiotherapeutische behandelingen gebruikt kan worden. Beide koppelen zones op en in het lichaam met organen. Zo kan bijvoorbeeld een maagklacht zich uiten door rug- of armpijn.

Deze herkenning was een eye-opener voor mij. Toen ben ik de TCM-opleiding aan het Anglo-Dutch Institute for Oriental Medicine gaan volgen. Daar was ik in 1990 mee klaar. Je blijft natuurlijk doorgaan met scholing, en zo was ik in 2011 klaar met vier jaar training in de klassieke Chinese filosofie van de tien hemelse stammen en twaalf aardse takken. Hiermee ben ik nog steeds heel enthousiast aan het werk.

Werkt u ook nog steeds als fysiotherapeut?

Jazeker, ik werk elke ochtend als fysiotherapeut in een verpleeghuis. Deels op een revalidatieafdeling en ook met dementerende ouderen. Ik pas bij mijn verpleeghuispatiënten ook acupunctuur toe. Dat vraag ik natuurlijk eerst, en dan vragen ze meestal alleen maar: helpt het? Dan zeg ik: dat is wel de bedoeling. Dan zijn mensen altijd om. De behandelingen zijn meestal gericht op het verlichten van pijn. Het gebeurt maar zelden dat mensen helemaal niet van acupunctuur gehoord hebben. Dat is wel wat anders dan twintig jaar geleden. Mensen in het verpleeghuis hebben vaak al ingrijpende behandelingen meegemaakt, operaties met infusen bijvoorbeeld, waardoor zij hun hand niet omdraaien voor die paar naaldjes.

Inmiddels hebben veel fysiotherapeuten de acupunctuurnaalden wel omarmd. Ze noemen het dan ‘dry needling’, want het mag absoluut geen acupunctuur heten. Dry needling is een neurologische behandelmethode, zeggen ze dan.

Ik zou wel een grotere acupunctuurpraktijk willen hebben, maar de grootte van de praktijk blijft stabiel; ik behandel mensen ook niet zo langdurig en frequent. Er zijn stromingen in de acupunctuurwereld met heel verschillende behandelfrequenties. Ik zie soms mensen zes keer per jaar voor chronische klachten; anderen zien mensen bijvoorbeeld zes keer in drie weken. Acute klachten zijn een verhaal apart; hiermee kun je tussen de twee en zes wekelijkse behandelingen een goed resultaat hebben.

Behandelt u wel eens tinnitus?

Ja, regelmatig. Als mensen echt ernstige klachten hebben, behandel ik ze wel wat vaker, zo’n keer of zes in drie maanden. Toevallig heb ik momenteel twee mensen voor tinnitus onder behandeling, en er zijn er net twee weg. Dat is erg goed gegaan. Dat is altijd afwachten hoor, met tinnitus. Als het goed gaat, gaan mensen weg. Soms zie ik ze dan jaren later weer terug, omdat het toen zo goed geholpen heeft. Ik ga er vanuit dat patiënt en behandelaar na drie tot vijf behandelingen een verandering in positieve zin moeten zien, anders stoppen we. Als er niks gebeurt, voel ik me er zelf ook niet goed bij.

Frank Kamer